Deel dit artikel
 | AFDELING Jabbeke |
| Jabbeke | 17 december 2025 |
Aan de bevoegde Schepen Ruimtelijke Ordening Mevr. Claudia Coudeville
Aan het College van Burgemeester en Schepenen Jabbeke
Aan de Algemeen Directeur Mevr. Goele Brouckaert
Betreft: | Schriftelijke vraag: Betreft: Toepassing van omzendbrief 25/02 inzake afwijkingsvragen bij de gewestelijke stedenbouwkundige verordening hemelwater |
Geachte,
Begin december 2025 verscheen omzendbrief 25/02 met betrekking tot afwijkingsvragen voor residentiële gebouwen ten opzichte van de regels van de gewestelijke stedenbouwkundige verordening hemelwater.
Het is begrijpelijk en zinvol dat er een kader wordt aangereikt om afwijkingsaanvragen te beoordelen. Tegelijk roept deze omzendbrief vragen op, aangezien zij mogelijk extra drempels opwerpt voor een ambitieus lokaal waterbeleid, terwijl het decretaal kader duidelijk stelt dat het finaal aan de vergunningverlenende overheid blijft om gemotiveerd te oordelen in welke mate zij met een omzendbrief rekening houdt.
De omzendbrief stelt onder meer dat “de gewestelijke verordening dient te volstaan om tot een zeer kwalitatieve waterhuishouding te komen”. Nochtans houdt deze verordening rekening met huidige neerslagpatronen, maar niet met toekomstige klimaatscenario’s. In dat licht kan bij nieuwe ontwikkelingen een ambitie zoals hemelwaterneutraliteit verdedigbaar zijn, ook wanneer er vandaag nog geen uitgesproken lokale waterproblematiek wordt vastgesteld. De droogteproblematiek is immers doorgaans bovenlokaal van aard.
Hierbij wens ik volgende vragen voor te leggen:
Vragen:
- Hoe beoordeelt het college van burgemeester en schepenen de omzendbrief 25/02 in relatie tot het lokaal water- en klimaatbeleid van Jabbeke?
- Is het college van mening dat de gewestelijke hemelwaterverordening op zich volstaat om toekomstige klimaatuitdagingen (droogte, piekbuien) op te vangen, of acht men bijkomende lokale ambities wenselijk?
- In welke mate zal Jabbeke bij vergunningverlening strikt de voorbeelden en drempels uit de omzendbrief volgen, met name wat betreft infiltratievoorzieningen in kleinere tuinen in kerngebieden?
- Blijft het college bijkomende informatie vragen aan initiatiefnemers wanneer dit noodzakelijk wordt geacht om een gemotiveerde vergunningbeslissing te nemen, ook al stelt de omzendbrief dat dit formeel niet vereist is?
- Hoe zal het college vermijden dat afwijkingsvragen louter voortkomen uit een foutieve inschatting van terreinmogelijkheden, waardoor problemen verschuiven naar de handhavingsfase?
- Kan het college bevestigen dat bestaande gemeentelijke reglementen en vergunningsvoorwaarden inzake hemelwaterbeheer onverminderd van kracht blijven en niet worden afgezwakt door deze omzendbrief?
Met vriendelijke groet,
Reinhart Madoc
Gemeenteraadslid
